donderdag 20 december 2018

Summatieve toetsen


SUMMATIEVE TOETSEN: JANUARI

MA
DI
WO
DO
VR
14
15
16
17
18

luisteren en spreken
+
Frans
getallen 
en meten



bewerkingen en meetkunde


schrijven
en 
taalbe-schouwing

lezen




REKENEN (blok 1 – 4)
Getallenkennis
·     getallen tot 10 000 lezen, schrijven, splitsen (D – H – T – E) 
·     getallen tot 10 000 rangschikken en op een getallenas plaatsen
·     getallen tot 10 000 afronden tot een D / H / T
·     een breuk nemen van een getal
·     een breuk aanvullen tot een geheel
·     een breuk groter dan een geheel
·     gelijkwaardige breuken en breuken vereenvoudigen
·     tabellen en verhoudingstabellen

Bewerkingen
·     hoofdrekenen: +, -, x en : tot 10 000 
·     cijferen: +, -, x en : tot 10 000
·     het gemiddelde berekenen

Meten en metend rekenen
·     de kalender: datum noteren en tijdsduur bepalen 
·     de klok lezen 
·     maateenheden invullen en herleidingen uitvoeren (tabel gebruiken)
·     lijnstukken meten en tekenen
·     de euro: correct betalen, teruggeven en wisselen


Meetkunde
·     Vlakke figuren benoemen en onderzoeken
(trapezium, parallellogram, ruit, rechthoek, vierkant)
·     evenwijdig en loodrecht herkennen en tekenen

TAAL (thema 1 – 5)
Taalbeschouwing
·     werkwoorden: de persoonsvorm, de stam, de infinitief, tegenwoordige en verleden tijd, het onderwerp
·     het alfabet: alfabetisch rangschikken en opzoeken in een woordenboek
·     woorden: lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, eigennamen, verkleinwoorden en meervoudsvormen noteren

lezen
·     soorten teksten benoemen
·     diagrammen aflezen
·     hoofdgedachte aanduiden (wie, wat, waar)
·     structuur van een tekst: inleiding – midden – slot 
·     verwijswoorden
·     letterlijk en figuurlijk taalgebruik

schrijven
·     instructies noteren
·     een uitnodiging schrijven + adres noteren

Frans (unitĂ© 1 – 4)
Mondeling:
-   iemand groeten, zichzelf voorstellen, vragen hoe iemand heet
-   vragen en zeggen hoe het gaat
-   vragen en zeggen waar iemand vandaag komt
-   zeggen dat je iets of iemand zoekt



-->schriftelijk:
-   woorden en zinnen correct kunnen overschrijven
-   tellen tot 20
-   je suis, tu es, il/elle/c’est



Succes, je kan het!
Met een goede concentratie lukt het je zeker en vast!


Geen opmerkingen: